In onderstaande checklist zetten we het wettelijk kader en de stappen die een initiatiefnemer moet zetten bij de aanleg van een mountainbikeroute (mtb-route) in natuurgebieden, op een rij. Waar moet een initiatiefnemer aan denken en wie heeft welke rol in dit proces? Deze aandachtspunten gelden ook voor de mountainbikeroutenetwerken die al aangelegd zijn.
Checklist mountainbikeroutes

Wettelijk kader
Als u een nieuwe route wilt aanleggen of een bestaande wil verleggen, heeft u te maken met zowel ruimtelijke plannen als met de Wet natuurbescherming (Wnb). Ook kunt u te maken krijgen met regels voor het kappen van bomen.
Ruimtelijke plannen
Bestemmingsplan
Of de aanleg van een route is toegestaan hangt onder meer af van het ter plaatse geldende bestemmingsplan. Dit moet u nagaan bij de gemeente. Is de aanleg van een route niet toegestaan? Dan kan de gemeente afwijken van het bestemmingsplan door een gemeentelijke omgevingsvergunning af te geven (omdat de activiteit niet past binnen het geldende bestemmingsplan) of kan de gemeente een nieuw bestemmingsplan opstellen. Hierbij moet de gemeente rekening houden met regelgeving van de provincie. Voor bepaalde gebieden in Gelderland heeft de provincie namelijk instructieregels opgenomen in haar Omgevingsverordening. Dit zijn regels waar een gemeente zich aan moet houden wanneer zij wil afwijken van het bestemmingsplan of een nieuw bestemmingsplan wil opstellen. In dit kader zijn de belangrijkste beschermde gebieden het Gelders natuurnetwerk (GNN) en de Groene ontwikkelingszone (GO).
Gelders Natuur Netwerk (GNN) en Groene Ontwikkelzone (GO)
Het GNN is onderdeel van het Nederlands natuurnetwerk. In het GNN liggen de belangrijkste natuurgebieden van Gelderland. De GO is een gebied tussen of rond grote natuurkernen. Hier worden bijvoorbeeld natuur- en landschapselementen aangelegd om de migratiemogelijkheden voor planten en dieren te verbeteren. Het gaat vooral om landbouwgrond, maar ook om terreinen voor verblijfs- en dagrecreatie, wegbermen, erven en landgoederen.
Wet natuurbescherming (Wnb)
Bescherming
Op grond van de Wet Natuurbescherming worden onder meer Natura-2000 gebieden en dier- en plantensoorten beschermd.
Gebiedsbescherming Natura 2000
Voor activiteiten in of rondom Natura 2000-gebieden die een significant gevolg kunnen hebben op die gebieden, moet u een vergunning aanvragen bij de provincie. Of er significante gevolgen te verwachten zijn, moet u (laten) vast stellen met een voortoets. Bij een voortoets wordt gekeken naar onder andere verstorende effecten zoals oppervlakteverlies, optische verstoring, geluid of trillingen en de stikstofneerslag als gevolg van de aanleg of het gebruik van een nieuwe route of aanpassing van een bestaande route. Ook wordt gekeken of het project past binnen de instandhoudingsdoelstellingen van het betreffende beheerplan Natura 2000.Als uit de voortoets blijkt dat er significante gevolgen kunnen plaatsvinden, dan moet een zogenaamde passende beoordeling worden opgesteld en moet u een vergunning aanvragen. Alleen als in de voortoets een kans op een significant gevolg kan worden uitgesloten, hoeft u geen vergunning aan te vragen.
Voor het Natura 2000-gebied Veluwe is in het beheerplan ook een recreatiezoneringsplan opgenomen. De zoneringskaart geeft met een indeling in 4 zones in grote lijnen weer op welke plek meer nadruk ligt op recreatie en op welke plek meer op natuur.
Soortbescherming
Daarnaast moet u onderzoeken of er beschermde dier- of plantensoorten voorkomen in het gebied waar u de nieuwe route wil aanleggen of een bestaande route wilt verleggen. Als een activiteit of maatregel die genomen moeten worden leidt of kan leiden tot een negatief effect op soorten, en leidt tot een overtreding van een verbodsbepaling uit de Wnb, dan moet u een ontheffing voor die activiteit aanvragen.
U kunt de aanvraag van de vergunning (voor gebiedsbescherming) of ontheffing Wnb (voor soortbescherming) door de gemeente laten “aanhaken” bij de aanvraag van een omgevingsvergunning. Dit is niet verplicht, u kunt de vergunning of ontheffing Wnb ook rechtstreeks bij de provincie aanvragen. Belangrijk is dat u bij de gemeente duidelijk aangeeft welke procedure u wenst te volgen.
Bomenkap
Wanneer u bomen uit houtopstanden die buiten de bebouwde kom liggen en onder de Wnb vallen wilt kappen, moet u een kapmelding bij de provincie indienen. Wanneer u niet aan de voorwaarden van een kapmelding (herplant binnen 3 jaar, dezelfde oppervlakte en dezelfde locatie) kunt voldoen, dan moet u ook een ontheffing herplantplicht houtopstanden bij de provincie aanvragen.
Gemeenten hebben vaak eigen regels voor kappen die ook buiten de bebouwde kom kunnen gelden. Houdt u hier rekening mee.
Procedurestappen
Bij de aanleg van een mountainbikeroute zijn 4 partijen betrokken: het regionaal routebureau, de terreinbeheerder, de gemeente en provincie Gelderland. U gaat met deze partijen in gesprek: om ervoor te zorgen dat alle punten van aandacht voorbijkomen, helpen we u op weg met een gespreksleidraad. Ons advies is de gesprekken in onderstaande volgorde te voeren, maar dat hoeft niet. Ook adviseren we de uitkomsten van het gesprek schriftelijk vast te leggen. Dit helpt u later in het proces, waar nodig, keuzes toe te lichten. Bespreek in ieder geval de volgende punten.
1. Initiatiefnemer neemt contact op met het regionaal routebureau
Schriftelijk vastleggen
We adviseren de uitkomsten van het gesprek schriftelijk vast te leggen. Dit helpt u later in het proces, waar nodig, keuzes toe te lichten. Bespreek in ieder geval de volgende punten.
Doel en noodzaak
- Kan de doelstelling worden behaald binnen de bestaande infrastructuur? Wat als het gebruik van de bestaande infrastructuur zodanig wordt dat het significant negatieve effecten heeft op beschermde soorten en gebieden?
- In hoeverre functioneren bestaande paden en wegen?
Regionale en lokale behoefte
- Zijn er onvoldoende alternatieven in de omgeving?
- Wat is de aantrekkende werking van de route?
- In hoeverre sluit het aanbod aan op de vraag?
- Sluit de geplande route aan op een bestaande route?
- Is de verwachting dat gebruikers alleen dit deel van de route gaan fietsen en zo ja, hoe bereiken gebruikers het gebied?
Ligging plangebied
- Ligt het plangebied in GNN, GO of Natura 2000, of in de buurt van een Natura 2000-gebied?
- Indien van toepassing, past de ontwikkeling in het recreatiezoneringsplan van het gebied?
- Wat is een eerste inschatting van de natuurwaarde en de kwetsbaarheid van het plangebied. (Bekijk bijvoorbeeld de website van de terreinbeheerder, NDFF of Waarneming.nl).
- Hoe is die inschatting voor mogelijke alternatieve locaties in de omgeving?
- Hoe is op dit moment de maaswijdte (afstand tussen parallelle wegen) van de infrastructuur?
Draagvlak
- Wie is/zijn de belanghebbende(n) van het plangebied en hoe zijn zij betrokken?
- Welke recreatieve activiteiten zijn er nu al in het gebied?
2. Initiatiefnemer neemt contact op met de terreinbeheerder en of eigenaar
Schriftelijk vastleggen
We adviseren de uitkomsten van het gesprek schriftelijk vast te leggen. Dit helpt u later in het proces, waar nodig, keuzes toe te lichten. Bespreek in ieder geval de volgende punten.
Noodzaak en haalbaarheid nieuwe route
Bespreek de antwoorden op de vragen onder 1. Daarnaast kunt u de volgende vragen bespreken:
- Zijn er alternatieven in de omgeving die ook geschikt zouden zijn? Waarom wordt daar niet voor gekozen?
- Wil de terreinbeheerder een nieuwe MTB-route op zijn terrein?
(Soms wil een beheerder of eigenaar de natuurlijke rust en uitstraling bewaren, maar beperkte recreatieve activiteiten toestaan, cultuurhistorische of aardkundige elementen ontzien, of heeft die andere uitgangspunten waarmee een route conflicteert.) - Past de aanleg van een route binnen de doelstellingen en het beheerplan van het natuurterrein of plangebied? Voor de Veluwe is daarvoor een recreatiezoneringsplan opgesteld.
- Hoe functioneren bestaande paden en wegen?
- Wat is de maaswijdte (=afstand tussen parallelle wegen) van de huidige infrastructuur?
- Zijn bestaande mountainbikepaden illegaal ontstaan en/of ongewenst?
- Is er iets bekend over de beschermde soorten en hun verblijfplaatsen in het gebied? Betrek in dit stadium al een ecologisch deskundige om een eerste advies over de haalbaarheid en ecologische knelpunten te geven.
- Volstaat het natuurlijk reliëf en verloop voor de route, of is hier aanpassing op nodig?
Wat is de meest optimale locatie binnen het plangebied voor een route? Houdt u rekening met mogelijke noodzakelijke aanpassing van de plannen als gevolg van de uitkomsten van het ecologisch onderzoek verderop in het traject.
3. Initiatiefnemer neemt contact op met de gemeente
Schriftelijk vastleggen
We adviseren de uitkomsten van het gesprek schriftelijk vast te leggen. Dit helpt u later in het proces, waar nodig, keuzes toe te lichten. Bespreek in ieder geval de volgende punten.
Bestemmingsplan
- De gemeente toetst of de aanleg van een nieuwe route past binnen het ter plaatse geldende bestemmingsplan.
- Als de aanleg van een nieuwe route niet past in het geldende bestemmingsplan is een vergunning om van het bestemmingplan af te wijken of een nieuw bestemmingsplan nodig. De gemeente moet zich houden aan de instructieregels voor GNN en de GO uit de provinciale Omgevingsverordening.
Benodigde vergunningen/ ontheffingen
- Schakel een (ecologisch) adviesbureau in. Een adviesbureau kan u adviseren over de uit te voeren onderzoeken en doorlooptijden van de verschillende procedures.
- Voor een omgevingsvergunning kan een natuuronderzoek met AERIUS-berekening (stikstof) nodig zijn.
- Als voor het project, in het kader van Wnb, een vergunning (gebiedsbescherming) of ontheffing (soortbescherming) nodig is, kan de gemeente deze aan laten haken bij de behandeling van de omgevingsvergunning. Zij vraagt dan advies bij de provincie, tenzij u zelf al een vergunning of ontheffing bij de provincie heeft aangevraagd. Bespreek dit punt uitdrukkelijk met de gemeente, om te voorkomen dat op een later moment aanpassingen aan het project nodig zijn die niet passen binnen de afgegeven omgevingsvergunning. Als er geen omgevingsvergunning nodig is, vraagt u een vergunning of ontheffing zelf aan bij de provincie.
- Als er voor een activiteit of project bomen moeten worden gekapt, ga dan na welke regels hiervoor gelden in de betreffende gemeente. Het is mogelijk dat ook voor de kap van bomen buiten de bebouwde kom een kapvergunning van de gemeente nodig is.
4. Initiatiefnemer neemt contact op met provincie Gelderland
Schriftelijk vastleggen
We adviseren de uitkomsten van het gesprek schriftelijk vast te leggen. Dit helpt u later in het proces, waar nodig, keuzes toe te lichten. Doorloop in elk geval de volgende stappen.
Gebiedsbescherming Wnb, Natura 2000-gebied
- Om te bepalen of het project in of dicht bij een Natura 2000-gebied ligt en het project hier mogelijk een (significant) effect op heeft, raden we aan een ecologisch adviesbureau in te schakelen.
- Het adviesbureau voert een voortoets uit naar de mogelijke effecten van het project op het Natura 2000-gebied. De mogelijke effecten betreffen zowel de aanleg als het toekomstige gebruik, eventuele cumulatieve effecten met andere plannen of projecten (effecten bij elkaar opgeteld) en zowel de in- als externe werking op Natura 2000-gebieden.
- Onderdeel van de voortoets is een Aerius-berekening (stikstofneerslag) en bijvoorbeeld ook effecten op doelsoorten. Mitigerende maatregelen om effecten te voorkomen of te beperken mogen in dit stadium niet worden meegenomen.
- Blijkt uit de voortoets dat er geen significante gevolgen op het Natura 2000-gebied zijn, dan is voor de gebiedsbescherming geen vergunning nodig. Wel kan dan nog steeds een ontheffing voor beschermde soorten nodig zijn (zie verderop).
- Als de kans op significante gevolgen niet kan worden uitgesloten of gevolgen moeten worden gecompenseerd, heeft u een vergunning Wnb nodig.
- Initiatiefnemer laat bij een kans op een significant gevolg een passende beoordeling opstellen. Hieruit moet blijken dat de natuurlijke kenmerken van het gebied niet worden aangetast, eventueel door mitigerende maatregelen te nemen. Als dit met de passende beoordeling niet met zekerheid kan worden vastgesteld, is een vergunning alleen mogelijk als er geen alternatieve oplossingen zijn, er een dwingende reden van groot openbaar belang is en als de aantasting vooraf kan worden gecompenseerd.
Kijk goed naar het belang, mogelijke alternatieven en compensatiemaatregelen.
- In de praktijk komt het erop neer dat, als uit de passende beoordeling blijkt dat er sprake is van significante gevolgen die niet kunnen worden weggenomen door mitigatie, er geen vergunning kan worden verleend voor een MTB-route.
- Bij twijfel kunt u eerst een vooroverleg aanvragen.
Let dus op! Niet voor alle activiteiten is een vergunning mogelijk. Dit hangt sterk samen met het wettelijk belang en mogelijkheden voor alternatieven en compensatie.
Soortenbescherming Wnb
- Komen er in of rondom het plangebied beschermde dieren en planten voor? Schakel dan een ecologisch adviesbureau in.
- Laat het adviesbureau een eerste natuurtoets (quickscan) opstellen op basis van een bureauonderzoek (NDFF) en minimaal een veldonderzoek in het plangebied en de invloedsfeer van de activiteiten. Laat daarbij de mogelijke alternatieve locaties ook gelijk onderzoeken.
- Als uit de natuurtoets blijkt dat beschermde dier- en plantensoorten aanwezig zijn of niet geheel kunnen worden uitgesloten, is soortgericht onderzoek nodig.
- Laat een ecoloog dit onderzoek uitvoeren volgens geldige onderzoeksprotocollen van het Netwerk Groene Bureaus en kennisdocumenten van BIJ12 en in de juiste periode van het jaar.
- Laat op basis van de onderzoeksresultaten beoordelen wat de effecten van het project zijn op exemplaren, hun nesten of verblijfplaatsen en het bijbehorende essentiële leefgebied van beschermde soorten. Daarbij moet zowel naar de effecten van de aanleg als het toekomstig gebruik van de MTB-route(s) worden gekeken.
- Als er sprake is van een overtreding van verbodsbepalingen voor beschermde soorten, dan heeft u een ontheffing nodig.
U kunt een ontheffing aanvragen bij de provincie of aanhaken bij uw aanvraag van een omgevingsvergunning bij de gemeente. Laat het ecologisch adviesbureau een projectplan opstellen met daarin minimaal opgenomen:
- beschrijving activiteiten
- effectbeoordeling voorkomende soorten
- mitigerende of compenserende maatregelen
- onderbouwing wettelijk belang
- alternatievenafweging
- borging gunstige staat van instandhouding
Let op! De ontheffing geldt alleen voor de aangevraagde soorten. Als later een nieuwe beschermde soort opduikt en er sprake is van een overtreding van verbodsbepalingen, moet u voor deze soort alsnog een ontheffing aanvragen.
Houtopstanden Wnb
Wanneer u houtopstanden die buiten de bebouwde kom liggen en onder de Wnb vallen wilt kappen, moet u een kapmelding bij de provincie indienen. Wanneer u niet aan de voorwaarden van een kapmelding (herplant binnen 3 jaar, dezelfde oppervlakte en dezelfde locatie) kunt voldoen, dan moet u naast het doen van een kapmelding ook een ontheffing herplantplicht houtopstanden bij de provincie aanvragen.
Merk op:
De ‘Gedragscode soortenbescherming bosbeheer’ kan niet worden gebruikt voor de aanleg van nieuwe (mountainbike)paden.
Verantwoordelijkheid
De ontheffinghouder is verantwoordelijk en aansprakelijk voor het voorkomen van overtredingen en het goed uitvoeren van de maatregelen.