Bestrijden van ongewenste planten en dieren

Invasieve exoten worden op Europees niveau als een gezamenlijk probleem onderkend. Om de verspreiding van invasieve exoten te stoppen is er een EU-verordening gemaakt die de lidstaten verplicht om maatregelen te treffen voor soorten die op de zogeheten Unielijst staan. Soorten op deze lijst mogen niet worden ingevoerd, niet worden verhandeld en niet worden uitgezet in de vrije natuur. Als zij toch in het buitengebied opduiken dienen ze zoveel mogelijk bestreden te worden. De provincies zijn hiervoor grotendeels verantwoordelijk. Een aantal soorten vallen onder de verantwoordelijkheid van het Rijk of de Waterschappen.

In Gelderland zijn de Aziatische duizendknoop, reuzenberenklauw en reuzenbalsemien het grootste probleem. In een aantal Gelderse natuurgebieden veroorzaken ook andere uitheemse soorten die niet op de lijst staan voor problemen, zoals watercrassula en Canadese guldenroede. 

De muskusrat en de beverrat zijn ook invasieve exoten. Deze soorten vallen onder de verantwoordelijkheid van de Waterschappen. De wolhandkrab en uitheemse rivierkreeften vallen onder verantwoordelijkheid van het Rijk. 

De soorten die nog niet wijd verspreid zijn proberen we uit te roeien of, als dit niet mogelijk is, zoveel mogelijk bestrijden (zoals de rosse stekelstaart en de kleine waterteunisbloem). Soorten die zich massaal hebben gevestigd houden we zo veel mogelijk in toom (zoals Aziatische duizendknopen). Terrein beherende organisaties kunnen subsidie krijgen voor de bestrijding.