Vergunning wet Natuurbescherming
Voor de vergunning voor de wet Natuurbescherming maken we onderscheid tussen vergunningen voor beschermde planten en diersoorten (soortbescherming) en vergunning voor beschermde gebieden (gebiedsbescherming).
Soortbescherming
Bij de aanleg van de RTG moeten we rekening houden met de aanwezige natuurwaarden. Voor het inpassingsplan en de realisatie van RTG is een verkennend natuuronderzoek uitgevoerd. Daaruit is naar voren gekomen dat voor een aantal diersoorten effecten op verblijfsplaatsen, leefgebieden of foerageergebieden kunnen optreden, waarvoor een vergunning noodzakelijk is. Het betreft de volgende soorten:
- Vogels met jaarrond beschermde nesten: ransuil, steenuil en buizerd;
- Vleermuizen: gewone dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis vanwege verblijfplaatsen en vliegroutes;
- Zoogdieren: bever en wezels;
- Vissen: grote modderkruiper.
In de vergunning is opgenomen onder welke voorwaarden het inpassingsplan kan worden vastgesteld en de RTG kan worden gerealiseerd. Zo moeten werkzaamheden plaatsvinden buiten de kwetsbare periode, zoals de broedtijd van vogels. Ook realiseren we nieuwe leefgebieden of realiseren we nieuwe compenserende verblijfsplaatsen. Op deze manier beperken we negatieve effecten voor deze soorten zoveel mogelijk en waar nodig compenseren we ze.
Provincie Gelderland is het 'bevoegd gezag' voor deze vergunning. Dit betekent dat zij besluiten neemt hierover. Gedeputeerde Staten van Gelderland heeft een ontwerpvergunning verleend voor de wet Natuurbescherming (soortbescherming).
Ontwerp ontheffing soorten wet Natuurbescherming - Provincie Gelderland (PDF 1,4 MB)
Bijlagen (ZIP 45 MB)
Gebiedsbescherming
We hebben ook onderzocht of in omliggende natuurgebieden, zogenaamde Natura 2000 gebieden, significant negatieve effecten als gevolg van de RTG optreden. Hierbij onderzochten we zowel de aanleg van de RTG alsook de situatie waarin de RTG in bedrijf is.
Wanneer significante effecten binnen Natura 2000-gebieden niet zijn uitgesloten dan moet volgens deze wet een 'passende beoordeling' opgesteld worden. Uit onderzoek komt naar voren dat door het gebruik van de RTG er geringe neerslag van stikstof in het Natura2000-gebied de Veluwe en Rijntakken optreedt. In de ‘passende beoordeling’ zijn de effecten van de stikstofneerslag op de Natura 2000-gebieden in beeld gebracht en is vastgesteld voor welke habitats significante effecten niet zijn uit te sluiten.
In het Natura 2000-gebied de Veluwe zorgt de toename in stikstofneerslag voor een mogelijk significant effect op de habitattypen H4030 Droge heiden, H9120 Beuken-eikenbossen met hulst en H9190 Oude eikenbossen. Hiervoor is een zogenaamde ADC-toets uitgevoerd. Deze toets onderbouwt het gebrek aan alternatieven (de A uit ADC) en toont de dwingende reden van openbaar belang van de RTG aan (de D uit ADC) en gaat in op het compenseren (de C uit ADC).
Provincie Gelderland is het 'bevoegd gezag' voor deze vergunning. Dit betekent dat zij belsuiten neemt hierover. Gedeputeerde Staten van Gelderland heeft een vergunning verleend voor de wet Natuurbescherming (gebiedsbescherming).
Ontwerp vergunning wet Natuurbescherming - Provincie Gelderland - NIEUW maart 2021 (PDF 580 kB)
Bijlage: AERIUS gebruiksfase (PDF 940 kB)
Bijlage: AERIUS aanlegfase (PDF 570 kB)
Passende beoordeling (PDF 7 MB)
Toelichting aanvraag (PDF 110 kB)
Vergunning Waterwet
Omdat als gevolg van de aanleg van de RTG aanpassing aan het watersysteem nodig zijn, is een Waterwetvergunning aangevraagd. De belangrijkste aanpassingen zijn:
- het dempen van oppervlakte waterlichamen;
- het graven van oppervlaktewaterlichamen;
- het ontwikkelen of inrichten van natuur;
- het aanleggen, wijzigen of verwijderen van een dam (met of zonder duiker);
- het aanbrengen van verhard oppervlak.
Waterschap Rivierenland is het 'bevoegd gezag' voor deze vergunning. Dit betekent dat zij belsuiten neemt hierover. Waterschap Rivierenland heeft een vergunning verleend voor de Waterwet.
Ontwerp vergunning Waterwet - Waterschap Rivierenland (PDF 714 kB)
Bijlagen (ZIP 59 MB)
Besluit hogere waarde wet Geluidhinder
Met een 'hogere waarde-procedure' kan Omgevingsdienst Regio Nijmegen (het bevoegd gezag) een hogere geluidsbelasting (hogere waarde) toestaan op woningen dan de zogenaamde voorkeursgrenswaarde van 48 dB. Deze kan door middel van een afzonderlijke 'hogere waarde-procedure' worden verhoogd tot een maximaal toelaatbare waarde. De hoogte van deze maximaal toelaatbare waarde is afhankelijk van verschillende factoren. In buitenstedelijke gebied zoals in dit project betreft deze maximaal 58 dB.
Er is onderzocht of de toekomstige geluidsbelasting op aanwezige woningen zover kan worden teruggebracht dat aan de voorkeursgrenswaarde voldaan kan worden. We kunnen bijvoorbeeld maatregelen treffen zoals stil asfalt of geluidsschermen. Omdat dergelijke maatregelen in dit project niet mogelijk zijn, wordt voor een aantal woningen langs de Rijksweg Zuid een hogere geluidsbelasting toegestaan. Dat betekent dat we in afstemming met betreffende woningeigenaren geluidsisolerende maatregelen in/aan de woning nemen zodat de hoeveelheid geluid in de woning binnen de regels blijft.
Omgevingsdienst Regio Nijmegen is het 'bevoegd gezag' voor deze vergunning. Dit betekent dat zij belsuiten neemt hierover. Omgevingsdienst Regio Nijmegen heeft een vergunning verleend voor de hogere waarde wet Geluidhinder.
Ontwerp besluit hogere waarde wet Geluidhinder - ODRN (PDF 445 kB)
Bijlage 1: Verzoek tot vaststelling (PDF 409 kB)
Bijlage 2: Akoestisch onderzoek (PDF 6,2 MB)