Als een dier een wolfwerend raster raakt, moet de stroom moet via het dier, door de grond, terug naar het apparaat kunnen. Dit gebeurt via de aardpen(nen). Is die verbinding slecht, dan voelt het dier weinig tot niets – en is de afrastering dus niet wolfwerend. Waar moet je op letten?
Aardpennen
Plaats altijd minimaal twee gegalvaniseerde of koperen aardpennen van 1 tot 1,5 meter diep. Zet ze minstens 3 meter uit elkaar en verbind ze goed met elkaar én met het schrikdraadapparaat. Hoe hoger het vermogen van je apparaat (zoals nodig bij wolfwering) hoe beter de aarding moet zijn.
Voorheen werkten veel veehouders met een stroomklok op batterij, die minder spanning geeft dan de 4,5 kV die voor wolfwerende afrasteringen nodig is. Waar vroeger één dunne aardpen van 30 cm volstond, zijn nu meerdere diepe aardpennen nodig om voldoende stroom op het raster te garanderen.