Biodiversiteit in het landelijk gebied

Buiten de natuurgebieden is van alles te beleven als het om biodiversiteit gaat. Ons agrarisch landschap met haar hagen, bomen, poelen en andere landschapselementen kunnen vele soorten planten en dieren huisvesten. En dat is erg belangrijk.
Koeien in de wei

Bloeiende bermen en poelen vol kikkers 

Natuur in onze provincie vindt u niet alleen in de natuurgebieden. Gelukkig maar. Het is fijn om overal te kunnen genieten van onze natuur. Of het nu om de erven van boeren en particulieren, agrarische percelen of recreatieterreinen gaat. Ze geven schoonheid aan ons landschap, en ze zijn belangrijk voor de biodiversiteit in onze provincie. De bomen, bosjes, poelen en andere landschapselementen kunnen allerlei inheemse soorten herbergen. Wij ondersteunen agrariërs en organisaties die hier aan willen bijdragen.  

 

Agrarisch natuur– en landschapsbeheer 

Agrariërs die natuur- en landschapsbeheer uitvoeren of natuurinclusief boeren, krijgen hiervoor van ons subsidie. Zij passen hun bedrijfsvoering aan op de planten en dierensoorten die op hun land thuishoren. Bijvoorbeeld als boeren (jaarlijks) pas ná 1 juni maaien kunnen grutto’s hun nesten uitbroeden en jongen groot brengen. Of als een akkerbouwer een strook van zijn land inzaait met inheemse bloemen. Dit trekt insecten aan en biedt vogels een plek om te schuilen. Ook onderhouden agrariërs vaak landschapselementen zoals knotbomen of poelen. 

Samen sterk voor de natuur 

In het landelijk gebied zijn veel organisaties actief die werken aan een sterke biodiversiteit. Het zijn niet alleen agrariërs die zich inzetten voor meer natuur. Ook waterschappen en gemeenten nemen maatregelen om de biodiversiteit te verhogen, door bijvoorbeeld minder vaak de bermen te maaien. Organisaties zoals IVN en SLG zetten zich in voor de biodiversiteit op het platteland door inwoners te betrekken en te ondersteunen. Bijvoorbeeld met tuinadviezen en vrijwillige knotgroepen. Al deze organisaties en ondernemers krijgen hiervoor van ons financiële steun of kunnen voor specifieke doelen subsidie aanvragen.  

Groenblauwe dooradering

Groen zijn de bosjes, bomenrijen en wilde plantenstroken. Blauw zijn de rivieren, plassen, sloten en beken. Samen vormen ze een netwerk van stroken en plekken voor planten en dieren in het agrarisch landschap. Ze zijn heel waardevol omdat ze natuurgebieden met elkaar verbinden. Het gebied waar planten en dieren kunnen voortplanten, eten zoeken en schuilen wordt daardoor groter. En dat is belangrijk voor een gezonde natuur. Het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) wil dat uiterlijk in 2050 het landelijk gebied voor 10% groenblauw dooraderd is. Wij streven ernaar om dit voor elkaar te krijgen.