Hij zegt dat hij 67 jaar is, maar hij oogt als een fitte vijftiger. Aan het tafeltje in De Waardige Waard in Twello schuift 1 bonk energie aan. Martin Holleboom heeft zelfs ooit winkelgoeroe Cor Molenaar getrotseerd. Dat was toen Martin net het Expert-filiaal in zijn dorp had overgenomen. De Rotterdamse professor en retaildeskundige verkondigde in het dorp zijn veelvuldige herhaalde boodschap over het gedoemde einde van de fysieke winkel. “Cor ondersteunde dat met cijfers. Maar die klopten niet en dat zei ik hem. Hij moest het later ook toegeven.” Hij lacht breed bij de herinnering. Inmiddels is zijn Expert-filiaal het grootste van Nederland en heeft hij een miljoenenomzet.
Eiland in het groen
Wie naar Twello rijdt, passeert weides en akkerland omgeven door begroeiing. Her en der licht een witgekalkte hoeve op. De Veluwe is een tiental kilometers naar het westen, de Achterhoek even dichtbij aan de overkant van de IJssel. Het dorp ligt als een eiland in het groen tussen Zutphen, Apeldoorn en Deventer.
In De Waardige Waard neemt Martin Holleboom een slok van zijn cappuccino. Het uitbundig gebruikte hout – vloer, tafels, wanden – geeft het grand café een warme uitstraling. Die trekt, zeker op zo’n regenachtige woensdag als deze, veel bezoekers aan. De zaak zit vol. Sommige gasten moeten zelfs even wachten op een plek. De drukte benadrukt de woorden van Martin Holleboom. “Wij trekken niet alleen mensen uit het dorp en de omgeving. Wij zijn het winkelhart van de Stedendriehoek”, klinkt het zelfbewust. Hij is al zo’n zeventien jaar betrokken bij de ondernemersvereniging Twello Centrum. “Onze klanten komen van ver, tot aan Groningen toe.”
Paula Christiaans is bedrijfscontactfunctionaris van de gemeente Voorst. De gemeente heeft twee adviesbureaus aan het werk gezet om te vertellen hoe de ontwikkeling van het centrum aan te pakken. “Ze vroegen ons bij de start: wat is hier eigenlijk mis”, zegt ze lachend. Tja, niets dus eigenlijk.
“Wij hebben geen leegstand, de ondernemers doen het goed. Het is echt een boodschappencentrum. Vóór corona hadden we in de zomers een dipje, maar dat is al jaren niet meer. Toeristen die op campings in de buurt logeren, komen hier ook hun boodschappen doen. Het is een gezellig dorp.”
Steun provincie
Toch deed de gemeente met succes een beroep op de steun van de provincie. “We moeten ons voorbereiden op de toekomst”, zegt Paula Christiaans. In de komende 10 jaar wil de gemeente 1000 woningen bijbouwen. Een flink deel zal terechtkomen Twello, waar nu al meer dan de helft van de bevolking van de gemeente Voorst woont.
“Twello is geen goedkoop dorp. Wij willen kleinere appartementen bouwen in het centrum voor jong en oud. Onze vraag aan de adviesbureaus is: hoe voegen we woningen toe in een toekomstbestendig centrum? Het gaat nu goed. Dat moet zo blijven.”
Als we later door het dorp lopen, verdrijft de zon de regen. De straten dampen. Hier en daar zijn fraaie monumenten te vinden. Voorbij het Dorpsplein ligt galerie De Statenhoed waar de Kunstkring Voorst gevestigd is. In het naastgelegen plantsoen wordt kleurrijke kunst geëxposeerd. Nog iets verderop, aan de rand van het centrum, trekt een wit paleisje de aandacht. Het is een charmant gebouw met twee torentjes, dakkapellen en een zwart pannendak. Tot in de jaren zeventig was dit het gemeentehuis van Voorst. Het zijn uitzonderingen. Bij verreweg de meeste panden in het centrum ontbreekt de historische uitstraling. Ze zijn hooguit enkele tientallen jaren oud.

Monumentale charme in het centrum van Twello mag schaars zijn – Twello compenseert met groen. Overal in het centrum staan imposante loofbomen van eerbiedwaardige leeftijd. Goed gevulde plantenbakken en plantsoentjes fleuren de straten en pleintjes op. Het is internationaal opgevallen en geprezen. In 2019 won Twello goud in de Europese groencompetitie Entente Florale.
Sappige appel
Af en toe passeren wij een wandelaar. Druk is het niet. Het geheim van Twello zit niet in massa’s mensen die door de straten flaneren. Wel in het aanbod van zelfstandige gespecialiseerde winkels met service hoog in het vaandel. De slager trekt klanten van heinde en verre. Dat geldt ook voor de groenteman. We lopen binnen bij de versmarkt van Dinant van Hees. De zaak is fris, helder verlicht en een en al kleur van de hoog opgetaste groenten en fruit. Je krijgt trek in een sappige appel.
“In bijna alle zaken hier staat de eigenaar op de vloer”, zegt hij. ‘Ook als het een franchise is zoals Expert. En die eigenaar doet net een stapje extra in de service.” Zoals hij in coronatijd vanzelfsprekend een kropje sla afleverde in Apeldoorn of Deventer omdat de klant niet naar de winkel kon komen. Dat bindt. Martin Holleboom was evenmin te beroerd om een pakje batterijen af te leveren. En er is nog iets, zegt hij. “Gratis parkeren. Je hoeft niet te gaan slepen met een mud aardappelen.”
De ondernemers hebben er wat voor over om het parkeren gratis te houden. Een aantal jaren geleden bouwde de gemeente een kleine parkeergarage in het centrum. Er was meer ruimte voor auto’s nodig. Om de garage rendabel te maken, zou betaald parkeren ingevoerd worden. Martin Holleboom die toen in de raad zat, bedacht een alternatief. “Wij hebben reclamebelasting ingevoerd. Dat levert jaarlijks 110.000 euro op. Ruim de helft is voor de exploitatie van het parkeerhuis. De rest is voor de ondernemersvereniging.” Met dat geld en de contributie van de ruim tachtig leden heeft de vereniging slagkracht. Zij regelt de kerstverlichting en de ijsbaan bijvoorbeeld en organiseert het Klompenfeest in het eerste weekend van september.
Krachtige partner
Kortom, geen vuiltje aan de lucht toch? “De ondernemersvereniging drijft op een paar mensen”, zegt Paula Christiaans. “Over een paar jaar stopt Martin met werken. Wie neemt het dan van hem over? Daarom willen wij ook advies hoe de ondernemersvereniging de krachtige partner kan blijven die zij nu is.”
Voorlopig is er nog niets te merken van tanende energie bij Martin Holleboom. In zijn winkel is hij aan het vernieuwen. Hij legt uit hoe hij over elk detail nadenkt: het licht is rustgevend blauw als je binnenkomt, warm in de onderdelenhoek en fel wit bij het witgoed.

Even verderop in de straat loopt hij binnen bij Kookx. Buitenkeukens van de buitencategorie wekken de begeerte van menige thuiskok. Pannen van Le Creuset in oranje, groen en blauw staan verleidelijk te glimmen. Een initiatief van zijn zoon en goed voor de Global Innovation Award. Hij mocht hem persoonlijk ophalen in Chicago en gaf kookwinkels uit dertig landen het nakijken. Martin Holleboom glimt nog harder dan de pannen. Van trots. Voorlopig is hij nog niet verdwenen achter de geraniums. “Ik heb nog wel even. Iemand heeft me ooit voorspeld dat ik 86 word.” Hij lacht breed.