Hanzestad Harderwijk wil schitteren tijdens 800-jarig bestaan

Gemeente grijpt in om leegstand te bestrijden en straat in leven te houden Tekst: Berry Kessels

Het schip dobbert laag op het water met een hoge voorplecht. Breed in de flanken, de bruine zeilen opgerold aan de gieken. De mast steekt fier omhoog. Ene Jaap de Knoest, bijnaam van Jaap Tol uit Volendam, viste met dit schip op paling en snoekbaars op het IJsselmeer. Het is het laatste type vissersschip dat alleen met zeilen voer.

Nu ligt het schip diepzwart, voldaan glimmend na gedane arbeid, in de eeuwenoude Vissershaven van Harderwijk. Tussen de bomen op de kade hangen meterslange fuiken. In de hoogtijdagen van de visserij voeren 170 botters thuis in Harderwijk. De vis werd levend in de bun, een waterreservoir in het middenschip, aangevoerd en afgeleverd op de Visafslag. 

De historie leeft. Aan de overkant van de haven ligt een diepzwarte stoomboot. Sinterklaas zou het schip maar wat graag als pakjesboot gebruiken. Rechts een tweedelige witte ophaalbrug. Bij de Vischmarkt geeft de historische Vischpoort toegang tot de binnenstad. 

Het havenkantoor staat op een driesprong van water. Als je erboven zou vliegen, dan zie je een scheepsschroef met 3 bladen. De Vissershaven steekt uit naar het zuidoosten. 

In het noorden loopt de grens tussen het Veluwemeer en het Wolderwijd. Daar verbindt de N302 Gelderland met Flevoland. In de verte wenkt het woud van windmolens aan de overzijde in de voormalige Zuiderzee. De zuidwestelijke Stadshaven mondt uit in de Strandhaven die om het Strandeiland heen spoelt. Waar nu water kabbelt, was amper tien jaar geleden een grote parkeerplaats de buffer tussen de stad en het fameuze Dolfinarium. 

Waterfront

Vele miljoenen stak de stad in de herontwikkeling. Die leverde een fraai Waterfront op met een boulevard die bij mooi weer bruist van toeristen en volle terrassen. Vandaag wisselen windvlagen en felle buien warme zonnestralen af. Op het Zuidereiland houdt strandtent Walhalla de luiken nog even gesloten, tot het weer opklaart.

Het oude stadhuis op de Markt maakt indruk met 2 dubbele zuilen. Aan de linkerkant rijgen winkels zich aaneen. Om het plein zitten restaurantjes en cafés. Achter de indrukwekkende dubbele voordeur huizen toeristische en culturele instellingen. ‘Heerlijk Harderwijk’ wijst bezoekers van de stad op de vele bezienswaardigheden en activiteiten. Directeur Peter Timmermans vertelt dat de meeste bezoekers uit de stad zelf komen.

Een derde is geen Harderwijker, al wonen de meesten niet ver weg. Hooguit 20 minuten reizen. “Wij proberen het bereik met 10 minuten uit te breiden”, zegt hij. “Binnen die straal liggen steden als Apeldoorn, Amersfoort en Zwolle. Die mensen zien we ook graag hier.”Harderwijk is al zo’n 60 jaar synoniem voor het Dolfinarium dat op zijn eigen eiland tegen de stad aanschurkt. “Onlosmakelijk verbonden”, zegt Timmermans, “maar de stad profiteert er vaak niet op dezelfde dag van.” Gezinnen vergapen zich aan zeeleeuwen en dolfijnen, eten een visje of frietje en keren aan het eind van de dag met hun vermoeide kroost spoorslags terug naar huis. 

Harderwijk heeft ook andere bezoekers op het oog, zoals de scheepsgasten van de 13.000 zeilschepen en motorboten die jaarlijks aanleggen. En de talloze fietsers die in de remmen knijpen op de nieuwe boulevard. Mooi, maar het kan beter. Een flauwe bocht in de straat naar het centrum houdt ze tegen om de stad in te lopen. De duivel woont in de details. 

Provincie helpt

De stad telt nu 50.000 inwoners en gaat de komende 10 jaar groeien naar 60.000. Hoe gaat de toekomst eruitzien? De gemeente heeft een visie voor de binnenstad ontwikkeld. De provincie helpt met financiële steun via het programma Steengoed Benutten. 

De visie laat zich kernachtig samenvatten. “Compleet, compact, comfortabel,” zegt Nicole Dirksen, adviseur economische zaken van de gemeente. “Het winkelaanbod completeren. Comfortabel betekent dat de openbare ruimte op orde is.” En, net zoals nagenoeg overal, een compact centrum. Dat betekent dat in sommige straten de winkels mogen verdwijnen.

We wandelen door de binnenstad en belanden in de oostelijke binnenstad bij het blok van de Vuldersbrink. Hier heeft de jaren-tachtig-bouw van roze en gele baksteen en trespa-platen genadeloos toegeslagen. Architectuur mag het niet heten. Wethouder Wilco Mazier noemde het gebied een gesloten, donkere plek in de binnenstad. De gemeente onderzoekt hoe ze de uitstraling van het gebied kan verbeteren.

Auto’s weg

We lopen terug naar de Markt en wandelen zuidwaarts de Donkerstraat in. Met de architectuur hier is niets mis. De meeste panden stammen uit de negentiende eeuw of zijn nog ouder. 

Vroeger was de Donkerstraat hét winkelgebied van Harderwijk. Tegenwoordig kwakkelt de straat, de leegstand neemt toe. Maar dat heeft lang genoeg geduurd, vindt de gemeente. Arnoud Beens werkt als projectleider aan de verbetering van het gebied. Het omvat niet alleen de Donkerstraat, maar ook het Kloosterplein daarachter. Anders dan je zou vermoeden herinnert weinig hier aan biddende monniken. “Het is een heel mooi historisch plein”, zegt Beens, “dat helemaal vol staat met auto’s. Die gaan hier weg.” Aan het plein vind je onder andere de Catharinakapel en het Klooster. 

Ondernemer Gerrit Keus gelooft in de Donkerstraat. Hij verhuist met zijn mannenmode naar de straat en is vandaag nog druk bezig met de inrichting van zijn nieuwe winkel. “In deze straat mikken wij op bijzondere winkels die niet zo afhankelijk zijn van de loop.”

Levensvatbaar

René Vierkant adviseert de gemeente en heeft onderzocht dat de Donkerstraat prima levensvatbaar is. “Op basis van klantendata weten wij dat er ruimte is voor mode, wellness en winkels met spullen voor in en om huis.” De vastgoedeigenaren in de straat zijn inmiddels overtuigd om niet aan de eerste de beste verhuren. Samen werken ze aan een goede invulling van de straat. “Het gaat om een coherent aanbod”, zegt Vierkant, “waar mensen uit de doelgroep graag komen.” Een 1e sessie met de eigenaren opende ook hun ogen. Zij zien dat de trek naar deze winkelstraat weer kan groeien.  “Daar hebben we nog nooit zo over nagedacht”, hoorde Vierkant. 

De grote groep vastgoedeigenaren in Harderwijk is nog moeilijk te verenigen, zeggen ook de anderen in het gezelschap. Maar ze hebben er vertrouwen in. “De betrokkenheid van Harderwijkers bij hun stad is groot”, zegt stadspromotor Peter Timmermans. De 1e stap naar verdere samenwerking is gezet. Kort voor onze wandeling heeft Gerrit Keus samen met andere bestuursleden bij de notaris de stichting BIZ binnenstad Harderwijk opgericht.

Die gaat proberen om voldoende steun te vergaren voor een Bedrijven Investerings Zone. Als de BIZ een feit is, investeren ondernemers samen in het gebied. Gratis meeliften is er niet bij want in een BIZ betalen álle ondernemers mee. “Wij gaan dat redden”, zegt Keus zelfverzekerd. 

In de Donkerstraat wijst economisch adviseur Nicole Dirksen een leegstaand pand uit de jaren vijftig van de vorige eeuw aan. “Hier zat eerder de Blokker. Sinds 8 jaar staat het leeg. De gemeente heeft het aangekocht.” Lef en geloof in de eigen visie valt de gemeente niet te ontzeggen. Met deze ingreep stuurt zij actief op een snelle invulling van een pand. Op een cruciale plek in de straat. 

Ooit was Harderwijk een fiere Hanzestad. Harderwijkse kooplieden zeilden vooral naar de Oostzee, maar ook naar Vlaanderen, Duitsland en Engeland. In 2031 is het 800 jaar geleden dat Otto II, graaf van Gelre en Zutphen, de nederzetting Herderewich stadsrechten gaf. 

Feestje dus, over 6 jaar, in een binnenstad die straks ongetwijfeld nog fraaier is dan nu.