Interview Teun Spek

Al ruim 20 jaar houdt Teun Spek zich bij de provincie bezig met water, en inmiddels ook met natuur. Zo zorgt hij er met collega’s en partners voor dat er tussen nu en 2050 in de Achterhoek ook tijdens droogte voldoende grondwater is.
Teun Spek

Ik mag een radertje zijn in het grote geheel en werk aan wat ik belangrijk vind. Mooier kan het niet.

Ik weet veel van ons beleid en de ondergrond én ken de mensen goed die nodig zijn. Ik spreek veel met andere overheden, wetenschappers, landbouwers, natuurorganisaties. We kunnen het als provincie niet alleen. Door luisteren komt het goed. Wat willen mensen? Als ik dat weet, kan ik met een simpel telefoontje mensen verder helpen én helpen ze tegelijk ons. Of eigenlijk Gelderland. Want de provincie nog mooier maken en groen houden, daar doen we het voor.

De ontzettende gedrevenheid en kennis van mijn collega’s is fantastisch. En ook de samenwerking met partners is fijn. Jaren geleden mochten we van de landelijke overheid veel minder Gelderse natuur ontwikkelen dan we wilden. Met partners besloten we ons te richten op de belangrijkste natuurgebieden. We maakten in een crisis samen moeilijke keuzes en behielden toch een goede relatie, waardoor we nu verder kunnen. Daar ben ik trots op.

Uit een cursus bleek ooit dat mijn droombaan zou zijn om een natuurpark in Afrika te beheren. Maar die droombaan heb ik al. Ik denk niet alleen mee over water, maar ook over natuur en de gevolgen van klimaatverandering. Daardoor kan ik veel doen om Gelderland mooier te maken. De provincie is een middenoverheid. Ik heb contacten met de landelijke overheid en Europa. Maar ik weet ook wat er gebeurt op een specifiek perceel, want uiteindelijk moet de schop wel in de grond. Ik mag een radertje zijn in dat geheel en werk aan wat ik belangrijk vind. Mooier kan het niet.

Ik ontwikkel ook mezelf. Als je me 10 jaar geleden had verteld wat ik nu allemaal doe, had ik je voor gek verklaard. Bij de provincie zijn zo veel mogelijkheden. Ik wil hier werken tot mijn pensioen.