Uit de verf 5: Marie Reintjes

In de serie Uit de verf belichten we kunstenaars uit de kunstcollectie van de provincie Gelderland. We doen dat door middel van 10 blogs.

Vorig jaar deden we onderzoek naar onze collectie. Daaruit blijkt dat de man-vrouw verhouding van kunstenaars in de collectie niet evenwichtig is. Ongeveer 70 % van de kunstenaars met werk in de collectie is man, ongeveer 30% is vrouw. Eén van de dingen die we doen om daar tegenwicht aan te bieden, is meer aandacht besteden aan vrouwelijke kunstenaars. In deze serie “Uit de verf” brengen we 7 vrouwelijke en 3 mannelijke kunstenaars onder de aandacht. Voor dit vijfde blog spreken we met Marie Reintjes (1990). 

Tekst: Gabrielle de Nijs Bik 

De provincie Gelderland heeft een viertal schilderijtjes in bezit van Marie Reintjes. Het zijn snel geschilderde werkjes van vluchtige momenten. Uit een familiealbum en zelf geschoten foto’s. Een kano, een staart van een hondje achter de keukendeur, en een zomerse scene waarbij iemand een meisje ondersteboven tilt. Kleine schilderijtjes, omdat Marie nog geen atelier had toen ze het maakte.

In haar zonnige atelier, waar ik haar de dag na Internationale Vrouwendag interview, ruikt het nog naar de spraypaint die ze net op een aantal doeken heeft aangebracht. 

Wat vind je er wat van dat de verdeling tussen mannelijke en vrouwelijke kunstenaars in de collectie van de provincie zo ongelijk is? 

Dat klopt natuurlijk niet. Er is zoveel vrouwelijk talent in de kunst! Negen van de tien keer dat ik exposeer, doe ik dat met een vrouw. Ik zie echt veel goede kunst van vrouwen voorbijkomen. Er zit vast een gelijkere verdeling er aan te komen met een nieuwe generatie kunstenaars. Hopelijk vertaalt zich dat ook in de collectie van de provincie Gelderland. Mooi dat jullie nu met deze blogs tot een andere verhouding komen, maar het zou helemaal mooi zijn als dat ook in de aankopen meer recht wordt getrokken. Hoewel ik ook vind dat het werk in de eerste plaats goed moet zijn. Een beetje sturen lijkt me niet verkeerd. En tegelijkertijd vind ik het ook pijnlijk als mijn werk alleen maar gekozen wordt voor een expositie of aankoop omdat ik een vrouw ben. 

 

Bestaat er volgens jou vrouwelijke en mannelijke kunst?

Ik geloof er niet in dat er mannelijke en vrouwelijke kunst zou bestaan. Ik ben er zelf in ieder geval niet mee bezig. 

 

Wat is je favoriete karaktereigenschap? 

Mijn creativiteit, de manier waarop ik de wereld inkijk. Bij mij vindt een voortdurende wisselwerking plaats tussen wat ik zie en wat ik maak. Ik kijk met een ander perspectief de wereld in, met een schildersblik. Daar geniet ik dagelijks van. Zowel buiten als in mijn studio. Verder begrijp ik andere mensen over het algemeen goed. Ik wil heel graag dat het ze goed gaat. Ik gun anderen graag succes en fijne dingen in het leven, daar word ik niet jaloers van, alleen maar blij. Schaduwkant daarvan is dat die houding soms ten koste van mezelf gaat; ik denk eerder aan een ander dan aan mezelf. 

 

Welk natuurlijk talent zou je graag willen hebben? 

Wat ik heel graag goed zou kunnen is relaxen, dat er meer ruimte voor lichtheid in mijn leven zou zijn. Ik zou wel eens het gevoel willen hebben klaar te zijn met mijn werk om lekker te kunnen genieten van een boek of iets op de televisie. Maar dat punt van ontspanning lijk ik nooit te bereiken. Ik blijf maar malen. Ik denk dat dat ook te maken heeft met een gebrek aan vertrouwen dat dingen goed komen. 

Wat is je favoriete bezigheid? 

Schilderen! 

Maar ik kan ook genieten van een wandeling, een mooi landschap. Ik vind het heel fijn zo dicht bij de Veluwe te wonen en dat komt ook terug in mijn werk. 

Wat is jouw idee van geluk? 

Dat ik blij kan zijn met de dingen die ik heb, kleine dingen. En dat ik me tegelijkertijd geen zorgen maak over de dingen die ik niet heb. Zo’n moment van geluk duurt nooit lang, maar ik het is er bij vlagen wel. Als het, zoals vandaag, zonnig is. Als ik in mijn atelier ben kan ik het gevoel van geluk hebben; zo’n mooi atelier waarin ik werk kan maken en waar kan ik precies doe wat ik wil. Als het goed gaat met mijn werk, dan kan ik er ook bij staan kijken en denken dat heb ik goed gedaan! Maar, eerlijk gezegd ben ik een piekeraar, ik ben vaak bezig met allerlei mogelijke scenario’s in mijn hoofd… 

Wat is je huidige gemoedstoestand? 

Op dit moment ben ik best rustig en ontspannen voor mijn doen. Ik heb een fijne dag op mijn atelier gehad. Echt blij ben ik nou ook weer niet, zo uitbundig is het niet. Tevreden, dat woord past het beste bij mijn gemoedstoestand van dit moment.

Heb je een held/heldin? 

Nee, die heb ik niet en dat hoeft ook niet. Ik ken niemand die geen fouten maakt. Voor mij staat een held op een voetstuk, en zo iemand is er voor mij niet. Die kan dan tenslotte alleen maar van dat voetstuk vallen.

Waar kijk je graag naar? 

Dat kan van alles zijn, een landschap of iets in de natuur. En dan bedoel ik niet mooie idyllische plaatjes, maar bijvoorbeeld een berk die omligt, maar waar toch weer verticale takken uit groeien, het spel van licht en schaduw. Ik vind het moeilijk samen te vatten waar mijn oog op valt, maar ik heb een hele beeldverzameling van foto’s waar ik voor mijn werk graag uit put.

Met welke materialen werk je?

Acrylverf, spraypaint, oliepastelkrijt, houtskool, acrylmarker. Meestal werk ik op eenvoudige katoenen doeken, bij uitzondering soms ook op linnen. En dan vind ik het fijn om een transparante gesso aan te brengen, zodat je de linnen ondergrond blijft zien. Gesso is de onderlaag die ik altijd op mijn doeken moet aanbrengen om doorlekken van de verf te voorkomen. 

Als het om kwasten en penselen gaat, heb ik graag een veelheid aan materiaal om uit te kiezen, zodat ik precies de goede maat kan kiezen. Ik hou van rechte kwasten, om rechte lijnen mee te kunnen schilderen.

Heb je een favoriete kleur? 

Ik hou erg van diepblauw en op dit moment ben ik erg van een lichtpaarse, violetgrijze kleur. Die kleur heeft iets tuttigs. In het Engels hebben ze er een naam voor: periwinkle, vernoemd naar het plantje maagdenpalm. 

Heb je een bepaald onderwerp in je werk?

Ik schilder vaak landschappen. Maar eigenlijk gaat het me niet om het onderwerp, het gaat me veel meer over hóe ik iets kan schilderen, niet over wát ik schilder. De handeling van mij als schilder, het proces van het maken dat goed zichtbaar in het werk. Ik wil graat met zo min mogelijk rake streken zoveel mogelijk zichtbaar maken. Ik abstraheer en ben meer bezig met kleur, lijn en compositie dan met het onderwerp, de betekenis van wat ik schilder. 

Toen ik begon met schilderen priegelde ik, ik verloor me soms in het goed naschilderen van details. Totdat ik de kracht van het weglaten ontdekte. Zo kan ik de kijker het beeld af laten maken. Mijn vader, die ook schilder was, leerde me ooit dat ik niet een hele lantaarnpaal hoef te schilderen om een lantaarnpaal te suggereren. Dat was een heel belangrijk moment voor mij; ik pas dat nog steeds heel veel toe in mijn werk. 

Factory

Hoe begin je aan een werk en hoe verloopt het werkproces? 

Mijn werk begint altijd buiten het atelier. Ik neem een idee mee naar mijn atelier. En daar staat altijd wel een aantal doeken klaar voor gebruik. Dan kies ik de juiste maat voor wat ik in mijn hoofd heb. Daarna begin ik met een opzet met houtskool. Daarin zijn verhoudingen belangrijk. En daarna begin ik met schilderen. Dat schilderen gaat vrij intuïtief. Tijdens het maken neem ik vaak afstand om te kijken. Ik vind het bijvoorbeeld ook fijn met vijf schilderijen tegelijk bezig te zijn. Dat maakt dat ik scherp kan blijven en dat mijn piekerhoofd er niet tussen gaat zitten. Daarom is schilderen mijn lievelingsding. Als ik schilder pieker ik niet, dan voel ik mij vrij. 

Weet je van tevoren wat je maken wilt? 

Ik heb wel een idee, maar de werkelijkheid pakt vaak heel anders uit. Als je aan het werk bent kan je dieper op dingen ingaan dan je van tevoren kunt bedenken. Inmiddels ga ik daar ook van uit. Het wordt toch altijd anders dan wat ik bedacht had en dat is prima. 

Met wat voor een werk ben je nu bezig?

Met een krat met meirapen bijvoorbeeld. Daarin zoek ik naar balans in kleur en materiaal. Net heb ik gespraypaint. Daar ben ik iets te ver in gegaan, dus nu moet ik de vorm weer ophalen. Maar er zitten ook goede dingen in. De kijkhoek bijvoorbeeld, daar ben ik tevreden over. Maar voorlopig laat ik dit schilderij met rust. 

Welk werk zou je nog eens willen maken (zonder beperkingen in tijd, ruimte en budget)?

Eigenlijk heb ik geen droom. Ik ben tevreden met wat ik hier kan en wat ik nu doe. Met dit atelier voel ik ook geen beperkingen meer in de maat van het schilderij. Wel zit ik te denken om het opspannen van doeken uit te besteden en zodat ik nog meer tijd voor schilderen heb. 

Wat vind je het beste werk van jezelf tot nu toe? Waar ben je het meest trots op? 

Vaak als ik naar ouder werk kijk, zie ik werk dat best goed is. Trots is een te groot woord. Tevredenheid is het meer. Ik heb niet echt een favoriet. Maar als je me vraagt wat het beste werk van vorig jaar is, dan kies ik voor Factory (zie hierboven). Dat is net verkocht bij mijn galerie Cokkie Snoei in Rotterdam.

Wat wil je dat je werk teweegbrengt? 

Daar ben ik eigenlijk niet mee bezig. Ik handel meer vanuit mijn eigen impuls. Maar als ik daarmee dan iets teweeg wil brengen, dan is het dat ik mensen een andere blik op de realiteit wil bieden. Een frisse blik op het alledaagse. En dan is het mooi als hun blik daardoor verandert. 

Ben je tijdens het maken bezig met de toeschouwer? 

Nee, totaal niet. Mijn werk speelt zich volledig binnen mijn eigen beleving af. Ik vind het wel fijn als toeschouwers een beetje moeten werken, als ik geen hapklare brok aanlever.  Als er in de binnenwereld van de toeschouwer iets gebeurt, een associatie een kans krijgt. Juist door niet alles in te vullen, maar ruimte te houden voor die associatie. 

 

Wat vind je ervan dat werk opgenomen is de kunstcollectie van de provincie Gelderland?

Daar ben ik heel blij mee! Het voelt echt als een erkenning. Dat mijn werk is opgenomen in zo’n mooie collectie, met zoveel andere goede kunstenaars. Het was een enorme stimulans voor mij. Het kwam ook op een moment dat er van alles gebeurde. Ik kreeg een subsidie van het Mondriaan Fonds, ik had mijn eerste expositie bij een gerenommeerde galerie en ik mocht met het werk dat de provincie aankocht deelnemen aan de tentoonstelling Prospects and Concepts van Art Rotterdam. 

Hoe vind je het om in Gelderland te wonen?

Ik vind Gelderland heel fijn. Het is zo mooi groen. Vooral Arnhem, waar ik woon, vind ik heerlijk. Ik voel me hier thuis, de nuchterheid spreekt me aan en deze omgeving heeft het beste van twee werelden: de stad en de natuur. Je kunt er goed wandelen. Op de Posbank bijvoorbeeld, of net daarnaast, waar wat minder mensen zijn. Ik hou van de heide, de weidsheid, om van me af te kijken. Dat zie je ook in mijn werk: ik schilder veel open perspectieven. Maar ook het bos vind ik heel prettig, je kunt je er zo fijn beschermd voelen. 

Ik groeide op in Wehl, een dorpje de Achterhoek. Ik denk dat daar mijn liefde voor de open perspectieven zijn ontstaan, tussen de weilanden kon ik ver van me af kijken. Ook in Noord-Holland, waar ik onlangs een residency had, spreekt de openheid en de platheid me aan. Het is mooi om naar te kijken en te schilderen, je hebt er mooie duingebieden, maar een beetje bos is er niet te vinden. En die wind die er altijd waait... Ik krijg al oorpijn als ik eraan denk. Dan ben ik toch liever in Arnhem. Toen ik na mijn verblijf in Noord-Holland de Arnhem inreed tussen de bomenrijen door, kreeg ik echt een gevoel van thuiskomen.