Gemeenten willen wel structureel inzetten op Buitenkansen, maar weten nog niet hoe

4 jaar geleden werd de aftrap van de beweging rond Gelderse Buitenkansen gegeven met de publicatie van het boek ‘Buitenkansen’ van Stedenbouwkundig bureau Urhahn in opdracht van provincie Gelderland en de gemeente Apeldoorn. Sinds die tijd is er veel gebeurd, ziet stedenbouwkundige Wendy van Kessel van Urhahn.

“Bewegen in de buitenruimte is veel vanzelfsprekender geworden. Dit is het nieuwe gewoon. Gemeenten realiseren zich dat ze hier structureel iets mee moeten gaan doen.”

De Omgevingswet heeft daarin een rol gespeeld. “Gemeenten moeten nu een Omgevingsvisie maken, en daar is een gezonde leefomgeving een onderdeel van. Maar je merkt ook het momentum, gemeenten willen er echt iets mee, niet alleen omdat het moet. De uitdaging is dat het beleid vaak nog niet is aangepast. Voor goede Buitenkansen moeten fysiek en sociaal domein vroegtijdig samenwerken. Gemeenten zijn dat nog niet gewend en missen vaak de instrumenten, capaciteit of financiële middelen daarvoor. Daar moeten we hen in ondersteunen.”

Puzzel

Ook uit het rapport Ruimte geven aan sport en bewegen, dat Urhahn in opdracht van het ministerie van VWS maakte, blijkt dat het lastig is de praktijk van gebiedsontwikkeling te koppelen aan langetermijndoelstellingen zoals gezondheid. “De wil is er, maar de weg ernaartoe is ingewikkeld. Het fysieke domein heeft harde getallen. Zij kunnen rekenen in vierkante meters en begrotingen. Het is een sommetje, een puzzel. Voor gezondheid en andere aspecten in het sociaal domein zijn dat soort normen er nog niet.Het zou goed zijn als die er komen.”

Elkaars taal spreken

Dat kan ook helpen bij het gesprek tussen mensen van het fysiek en sociaal domein bij een gemeente. “Ze moeten elkaars taal leren spreken. En zich realiseren dat ze verschillende doelen met elkaar moeten verenigen. Doelen die een ander tijdspad hebben, die misschien niet allemaal in euro’s om te rekenen zijn. Neem de vernieuwing die aan de gang is in de wijken uit de jaren 60 en 70. Daarin staan gebouwen die aan het einde van hun levensduur zijn. Tegelijkertijd is er een grote woningvraag en moet de vernieuwing van de wijk bekostigd worden. Daardoor komen voorzieningen onder druk te staan. Bijvoorbeeld een kleine gymzaal middenin een woonwijk. Verouderd, niet energiezuinig, en door de veranderende samenstelling van de wijkbewoners minder in gebruik. Vanuit het fysiek domein kan het dan logisch lijken om de gymzaal te slopen: meer plek voor woningen. Maar daarmee haal je een beweegmogelijkheid weg uit de wijk, vaak ook met een ontmoetingsfunctie. En zie na de sloop nog maar iets vergelijkbaars in de wijk terug te krijgen.”

Goed naar de behoeftes kijken

Wendy pleit er dan ook voor om aan het begin van een ontwikkelingstraject de tijd te nemen om goed te kijken naar de basis. “Gemeenten staan enorm onder druk door het woningtekort. Er is grote haast om te bouwen, en dat snap ik. Maar snelheid mag niet boven kwaliteit gaan. Je moet goed nadenken over wat je wilt bouwen, en hoe je daarin gezondheid meeneemt. Want als er eenmaal iets staat, is het veel moeilijker om een gebied te veranderen.”

Maatwerk

En er zijn volop gemeenten die zich dat realiseren. “Het interessante is dat er geen pasklare oplossingen zijn. Ben je een krimpgemeente of een groeigemeente? Gaat het om een gemeente met veel verstedelijkt gebied of juist natuur? En hoe is de gemeente georganiseerd? Zijn er wijkmanagers die kunnen meedenken, dan loopt een proces al heel anders. Het mooie is dat je dat in je gemeente samen kunt gaan uitvinden, en daar staan gemeenten ook zeker voor open.”

Samen leren

Speciaal daarvoor is er nu een splinternieuwe tweedaagse workshop, ontwikkeld door Urhahn, GSF en De fijne stad. “Die workshop is speciaal voor jouw gemeente. Wij komen naar je toe, en nemen je mee in de theorie en praktijk van het vanuit verschillend perspectieven werken aan een gezonde leefomgeving. Daarbij bespreken we ook concrete casussen uit jouw gemeente. Maar die zijn vooral een middel om te verkennen hoe het werkt in jouw gemeente, en hoe je samen over gebiedsontwikkeling kunt nadenken. We willen juist af van incidentele projecten. Het moet onderdeel van structureel beleid worden om vanuit fysiek en sociaal domein samen te werken aan de gezonde leefomgeving.” 

Goede thuisbasis maakt het verschil

De workshop geeft deelnemers handvatten om hun ideeën te presenteren aan bijvoorbeeld wethouders of directeuren. “In de drukte van alledag is het, zeker in middelgrote gemeenten, soms lastig om hier tijd voor vrij te maken. Met de opbrengsten van de workshop kan er een mandaat komen, dat de gemeente uitspreekt hier echt verder mee te willen. Want het kan veel opleveren. In je huis, je buurt, breng je de meeste tijd door. Als dat goed is, hebben mensen een prettiger en gezonder leven.”