Wijkbewoners beginnen buurttuin: van grasveld naar levendige tuin voor iedereen

Op 16 april 2025 werd de splinternieuwe buurttuin aan de Buizerdstraat in Wijchen onder grote belangstelling geopend. Vanaf nu kunnen buurtbewoners en schoolkinderen er moestuintjes bijhouden, samenkomen, spelen en voetballen.

Enthousiast vertelt initiatiefnemer Anne van Antwerpen hoe de buurttuin er na een uitdagend proces van twee jaar is gekomen. 

Het begon met een toevallige ontmoeting tussen wijkbewoner Anne van Antwerpen en huisarts Heleen Kruip. “Heleen had bij een gezondheidscafé over preventie in Wijchen gehoord over een buurttuin waarin mensen voedsel kweken en gezellig samen zijn. Uit onderzoek was gebleken dat Wijchen-noord daar een goede plek voor zou zijn. Heleen kende buurttuinen uit Mexico waar ze gewoond heeft. Ik had als vrijwilliger al een klein hoekje in de buurt als voedselbos opgezet. En we kwamen dagelijks langs een grasveld dat prima geschikt zou zijn.”

Tanden erin gezet

Heleen peilt de belangstelling bij de directeur van de basisschool naast het grasveld, en die is enthousiast. Daarop besluiten Anne en Heleen op eigen houtje een plan te schrijven. Anne: “Ja, dat is veel werk als je nog niet weet of het wel kan en mag op die plek. Maar als ik ergens enthousiast over ben dan zet ik mijn tanden erin en ga ik er vol voor.” De twee komen met het plan aan tafel bij de gemeente. “Tegenover een hele delegatie, mensen van ruimtelijke ordening maar ook van gezondheid. Dat kwam waarschijnlijk doordat we ons plan geschreven hadden vanuit de gezondheidswinst. Daardoor werd het breder opgepakt dan alleen ruimtelijke ordening. We kregen positieve reacties, maar ze zagen ook beren op de weg. Uit dat overleg kregen we de goede tip om subsidie bij ZonMW aan te vragen, en dat hebben we ook toegekend gekregen.” 

Samenwerking zoeken

Ook de wethouders zijn enthousiast over het initiatief van de inwoners, en er komt groen licht van de gemeente om de mogelijkheid van de buurttuin serieus te gaan verkennen, met Anne als projectleider. “We zijn samenwerkingspartners gaan zoeken en hebben een intentieverklaring opgesteld. We zijn bijvoorbeeld aangesloten bij de Stichting Wijchen Gezond. Doordat we een project van hen zijn, hoefden we niet zelf een stichting of vereniging op te richten. Ook hebben we contact gezocht met de wijkvereniging en de school. Kunnen we dingen samen organiseren, en activiteiten afstemmen zodat we elkaar niet in de weg zitten? Dan begin je niet op nul.”

Routekaart voor gemeenten

Onderdeel van de subsidie van ZonMw is het maken van een routekaart voor gemeenten. “Onderzoeker Gerda Wink heeft deze gemaakt. Met de routekaart kunnen gemeenten zien hoe ze met dit soort initiatieven om kunnen gaan. Een van onze adviezen is om een tijdlijn of stappenplan te maken: wat moet er gebeuren en wie is er betrokken. Want ons proces liep niet altijd soepel, ik heb echt wel eens met mijn handen in het haar gezeten. Bijvoorbeeld toen we merkten dat de afdeling parkeerbeheer bij de gemeente nog niet betrokken was. Maar ik kreeg elke keer weer inspiratie om het rechtsom te doen als het linksom niet kan.” 

Honderd minituintjes

Het ontwerp voor de buurttuin is uiteraard samen met de buurt gemaakt. “Ik heb wel eerst úren koffiegedronken met iedereen,” kijkt Anne terug. “Als zo’n tuin er nog niet ligt is het lastig je er iets bij voor te stellen. Daarna hebben we informatieavonden georganiseerd, en zo kregen we een groep bij elkaar van buurtbewoners die mee wilden helpen.” Zo ging de ontwerpgroep in vijf stappen van een ruwe plattegrond naar de precieze materiaalkeuze. (“Dat was heel gezellig om samen te doen!”). Hart van de tuin zijn 35 minimoestuintjes voor inwoners en 75 schooltuinen. “We hebben hoge en lage tuintjes, zodat ook mensen die niet goed kunnen bukken een tuintje kunnen bijhouden. En het zorgcentrum heeft drie tuintjes geadopteerd waar mensen met een rolstoel bij kunnen. De belangstelling was groot, ook omdat de huur maar 15 euro per jaar is, wel met de belofte om 2x per jaar te helpen bij onderhoud. Ruim voor de opening waren de meeste tuintjes al ingericht.”

Jongeren betrekken

Het grasveldje van voorheen werd eerder gebruikt als voetbalplek. “Dus de buurttuin is ook van de jongeren! We hebben hen gevraagd wat ze wilden, en hen betrokken bij de tuin als geheel. Ons uitgangspunt was: superfijn dat jullie hier vaak zijn, het is ook jullie plek. Willen jullie dan ook een oogje in het zeil houden? Ze wilden graag watergevechten houden en voetballen, dus daar is plek voor. Er komt nu ook een kooi om de voetbalplek, dankzij GALA-subsidie. Want we willen dat ze voluit kunnen voetballen, en niet voorzichtig hoeven zijn omdat ze gedoe hebben als er een bal in de plantjes komt.”

Volop reuring

Naast de minituintjes is er veel variatie in de buurttuin. “Struin (buiten-bso) heeft een struinpad aangelegd, ook als voorbeeld voor andere plekken. Er zijn stukjes voedselbos, bankjes om op te zitten, plek om te spelen en we hebben een buitenlokaal. We hebben bewust ruimte opengelaten voor toekomstige ideeën uit de buurt, zoals een insectenhotel en workshops.” Er is al volop reuring in de tuin. “Sommige activiteiten van de wijkvereniging, de school en het zorgcentrum zijn nu in de buurttuin. De schoolklassen krijgen drie dagen per week les, en dan is het voor ouderen uit het zorgcentrum ook gezellig om hier even koffie te drinken. Een belangrijk onderdeel van de buurttuin is elkaar ontmoeten, en dat staat of valt met activiteiten. Tot eind van het jaar werk ik daar als kartrekker aan, met als doel dat steeds meer buurtbewoners zich mede-eigenaar gaan voelen en dingen gaan opzetten. Als ik nu al zie hoeveel mensen er blij van worden, dan kijk ik met een positief gevoel naar de toekomst. Deze tuin gaat echt leven!”

Tips van Anne 

  • Maak als gemeente en initiatiefnemers goede afspraken over wat jullie van elkaar mogen verwachten en hoe jullie gaan samenwerken. Alleen een intentieverklaring is niet voldoende. 
  • Als inwoner ben je geen expert, maar in gemeentelijke procedures word je wel zo beschouwd. Hou er dus rekening mee dat je veel zelf moet uitzoeken. Gemeentes kunnen niet altijd advies geven, ze moeten ook toetsen.
  • Maak gebruik van bestaande structuren zoals de wijkvereniging, school en zoals bij ons Stichting Wijchen Gezond. Zo kun je snel meer mensen bereiken en resultaat behalen.
  • Hou er rekening mee dat het veel tijd kost. Als projectleider had ik 2 dagen in de week maar ik was langer bezig. Dat vond ik niet erg, voor ik begon deed ik ook vrijwilligerswerk.
  • Neem jongeren mee in de plannen en ga serieus en zonder vooroordelen met hen in gesprek.
  • Ga op zoek naar lokale sponsoring. Onze overkapping is bijvoorbeeld voor de helft van het geld aangelegd, en de kringloop verzamelt spullen voor onze modderkeuken-speelplek. Dat is meestal een kwestie van via via, ons kent ons en vooral: brutaal zijn. Gewoon vragen: kun je een bijdrage leveren?
  • Maak een takenlijst met dingen die moeten gebeuren in het onderhoud. Zo kunnen mensen een klein klusje oppikken op het moment dat ze tijd hebben. Niet iedereen houdt er van op een vaste tijd samen aan de slag te gaan.
  • Zorg voor een kartrekker die zichzelf in een paar jaar tijd overbodig maakt. Alleen een tuin neerleggen werkt niet, zorgen dat het gaat leven doe je samen!