Het lijkt goed te gaan met de industrie in Gelderland: bedrijven verkopen meer producten en diensten. Ook maken ze dingen die extra waarde hebben, zoals de chips in een telefoon of auto, of moderne machines voor de productie van voedingsmiddelen. Sinds 2015 komen er weer banen bij en het aantal industriële bedrijven groeit. Maar achter deze positieve cijfers zitten ook zorgen. Bedrijven in Oost-Nederland produceren gemiddeld minder per werknemer dan ergens anders in ons land. En Nederland doet het minder goed dan grote economieën zoals China, India en de Verenigde Staten. Het recente rapport van Mario Draghi (voormalig president van de Europese Centrale Bank) over de economische concurrentiekracht van Europa waarschuwt: Europa verliest concurrentiekracht, en in Oost-Nederland is dat nog iets meer. Dit gaat niet alleen over bedrijven, maar ook over banen en welvaart in onze regio.
Uitdagingen zoals: ruimtegebrek, stikstof, netcongestie, regelgeving
Uit een enquête onder Gelderse ondernemers blijkt dat 85% van de industriebedrijven de komende periode niet méér gaat investeren dan nu. 46% stelt investeringen zelfs uit. Tegelijkertijd zijn er uitdagingen zoals:
- ruimtegebrek, stikstofproblematiek, netcongestie (een vol stroomnet) en ingewikkelde regels
- oplopend personeelstekort en vergrijzing
- politieke onzekerheid en wisselend beleid
- te kort aan en prijsschommelingen van grondstoffen
- energie die nu nog duur is, ondanks toekomstige prijsdalingen
Start van een Gelderse industrieagenda
De Gelderse Industrietop is de start van een gezamenlijke brede industrieagenda. Duidelijk moet worden hoe we moeten investeren om over 20 jaar nog een bloeiende industrie te hebben in Gelderland. Zodat ondernemers blijven investeren. Dit moet ook een belangrijk onderwerp zijn in Den Haag bij het nieuwe kabinet, maar ook in gemeenten, met de verkiezingen van maart 2026.
Samen met VNO-NCW, ondernemers en partners zetten we de schouders eronder. Deze top is een aftrap voor meer samenwerking en actie.


